Spelregels Tennis
SPELREGELS TENNIS IN HET KORT
Spelomgeving
- Tennis wordt gespeeld met een tennisracket en een tennisbal op een tennisveld met een afmeting van 23,77 meter lang (78 voet) en 8,23 meter breed (27 voet). In het midden van het veld staat een net. Verder is het veld per zijde verdeeld in één achtervlak en twee servicevlakken bij het net.
- Tennis wordt 1 tegen 1 gespeld (enkelspel), of 2 tegen 2 (dubbelspel).
- De ondergrond van een tennisveld kan verschillen. De verschillende soorten ondergronden zijn als volgt:
- Gras
- Gravel
- Hardcourt (beton of kunststof)
- Kunstgras
- Smashcourt – kunststof mat met losse invulling (infill)
Spelregels
- Het doel bij tennis is om de wedstrijd (match) te winnen door een aantal (vooraf bepaalde) sets te winnen. Een set win je door als eerste 6 games te winnen.
- Scoren doe je door de bal over het het net te slaan naar de tegenstander. De bal mag 1 keer stuiteren voordat een tegenstander de bal in één keer terug mag slaan naar jou speelhelft.
- Bij de service moet de bal de eerste keer landen in het servicevlak schuin tegenover de speelhelft van waar je serveert. De service wisselt in een servicebeurt steeds van het rechts naar links van het midden. Bij en servicebeurt heb je twee pogingen om goed te serveren. Als de bal bij de eerste service niet goed is, mag je opnieuw. Mis je twee keer, dan heeft je tegenstander een score.
- Games in tennis win je door een specifiek punten systeem. Een eerste score die je maakt in een game is 15 punten, scoor je weer, dan kom je op 30, daarna op 40 en scoor je daarna dan heb je de ‘game’ gewonnen.
- Bij Tennis wisselt de service per game. Maar ook als je niet serveert kun je punten scoren.
- Als het in punten tijdens een game 40-40 staat, dan is dat een gelijke stand vlak voor het laatste punt en spreekt men van ‘deuce’. Om de game te winnen moet je 2 x achter elkaar scoren/ De eerste noemt men dan voordeel of ‘advantage’, de tweede score is de ‘game’. Scoort je tegenstander als jij op voordeel staat, dan verval je weer in de deuce stand.
- Om een set te winnen moet je als eerste 6 games winnen. Als er in de set een stand van 5-6 ontstaat (na een 5-5 stand), dan moet er tot 5-7 gespeeld worden. Als het dan alsnog 6-6 wordt dan volgt een zogenaamde tie-break. Hierin wordt om de 2 punten gewisseld van service en alle punten tellen gewoon voor 1. Degene die als eerste 7 punten maakt wint de tie-break. Wel moeten er 2 punten verschil zijn ontstaan. Bij 6-7 moet je dus alsnog 6-8 maken, etc.
- Een tenniswedstrijd (match) bestaat meestal uit 3 gewonnen sets bij de heren (best of five) en 2 gewonnen sets bij de dames (best of three)
Bijzonderheden
Hieronder een antal tennis termen die handig zijn om te weten:
- Een ‘ace’ is een service die zo goed is dat de tegenstander hem niet eens raakt.
- Een ‘let’ betekend dat een service via het net wordt gepeeld maar wel in is. Bij een service moet deze bal dan opnieuw geslagen worden zonder dat deze als poging telt.
- Een ‘Forehand’ is een slag met de handpalm naar voren en racket (open) naar buiten toe.
- Een ‘Backhand’ is een slag met de rug van de hand naar voren en het racket voor je lichaam langs.
- Een ‘Volley’ is een uit de lucht geslagen bal nog voordat stuitert. Vaak van dichtbij het net.
- Een ‘Lob’ is een hoge bal over het de tegenstander heen, die mogelijk naar het net toe beweegt.
- Een ‘Smash’ is een harde slag op een hoge bal.
- Een ‘Dropshot’ is een slag die bewust met effect kort achter het net wordt gespeeld.
Veel plezier met tennis aan de hand van deze snelle korte spelregels!
Deel deze pagina ook met anderen als je een spelletje gaat spelen. Je kunt deze website heel makkelijk doorsturen via e-mail door op deze link: deel deze handige tennis spelregels